Dag 7 - Opdat wij niet vergeten...
 
De eerste nacht in DC is een feit en we beginnen (uiteraard) met het verkennen van de stad. Wat direct opvalt is dat DC ruimer aanvoelt. De straten zijn breder, de bomen lijken groener en de lucht lijkt frisser. Het is wel een stuk warmer hier. De korte broeken worden uit de tas getrokken we vertrekken voor een fikse wandeling naar het Holocaust museum. 
 
We zijn er inmiddels aan gewend dat bij ieder gebouw een security check wordt uitgevoerd. Overal staan detectie poortjes met al dan niet actieve beveiligers. Bij het Holocaust museum waren ze streng. Onvriendelijk streng. Onwelkom streng. Wat op zich wel past in het plaatje van de Holocaust. 's Ochtends wonen wij een "First Person" lezing bij waarbij overlevenden van de Holocaust aan het woord komen. Wij ontmoeten Nat Shaffir. Deze geboren Roemeen werd met zijn familie verraden door hun priester waardoor het gezin op de vlucht moest. De toen 8 jarige Nat vertelt zijn verhaal over het leven op de vlucht en de getto. Alhoewel de lezing zichtbaar gescript en ingestudeerd is, geeft zijn verhaal een goede indruk van de angst en machteloosheid van Joden in Roemenië in WO2. Ook lang na de bevrijding hebben Nat en zijn zus lang last gehad van antisemitisme. Nadat meerdere malen aanvragen voor een verhuizing naar Palestina werden geweigerd, lukt het de vader van Nat, door middel van steekpenningen, Roemenië te verlaten en naar Palestina te verhuizen. Nat heeft vervolgens drie jaar in het Israëlische leger gediend om uiteindelijk in 1961 naar de United States te verhuizen en hier zijn gezin te stichten.  Het gebrek aan informatie en de onzekerheid, ook nog lang na de oorlog, laat hem niet onberoerd. Misschien ook wel omdat zijn halve familie op de eerste rij van het auditorium zat. Zijn slotwoord had betrekking op het spreekwoord: "Spreken in zilver, zwijgen is goud." Hij geeft ons mee dat wat betreft dit onderwerp zwijgen zeker geen goud is. Blijf het verhaal vertellen en geef het door, opdat wij nooit vergeten...
We krijgen de gelegenheid vragen te stellen aan Nat. De vraag die mij het meest is bij gebleven gaat over Nat zijn slotwoord. Hij heeft namelijk geen woord gezegd over de huidige strijd voor een onafhankelijk Palestina in Israël. Wanneer hij hiernaar gevraagd wordt, blijft hij redelijk vaag. Hij vind dat er voldoende onderdrukking is geweest en Palestina er gewoon moet komen. Punt. Blijkbaar is zwijgen in zijn optiek zilver met een gouden randje...
 
's Middags bezoeken wij het holocaust museum. De lift voelt, oneerbiedig gezegd, als een gaskamer. Het is een mooi museum, voor zover je een museum met zoveel leed mooi kunt noemen. Het verhaal is bekend maar nu gezien vanuit de Amerikaanse invalshoek. Ik sprak met een kleinzoon van een Duitse generaal. Hij was ernstig geëmotioneerd omdat zijn grootvader in WO2 verantwoordelijk was voor de deportatie van duizenden Joden. Alhoewel hijzelf geen enkele schuld heeft, drukken de daden van zijn grootvader zwaar op zijn schouders. Dit was een bijzondere ontmoeting omdat deze meneer een gewone bezoeker was van het museum. Ongescript en recht uit het hart. 
 
Ik ga terug naar het hostel. Niet voor het eerst deze reis met een zwaar hoofd. Ik denk aan het ogenschijnlijke gemak waarmee mensen meelopen in een kudde maar ook aan hoe zij hierin soms geen keuze hebben. Ik denk aan het verhaal van Nat en de kleinzoon van de Duitse generaal en de mooie verbindende idealen van de UN. Ik ben tegelijkertijd vol en leeg en ben even niet in staat grapjes te maken. En dat al na één dag onderdompeling in de ellende die oorlog heet. Ik zal deze dag, Nat en de Duitse kleinzoon niet snel vergeten.